Zingeving in de zorg

Onlangs bezocht ik een congres over zingeving in de zorg. Dat het onderwerp leeft, bleek wel uit het grote aantal aanmeldingen. Maar wat kun je verstaan onder ‘zingeving’? Het gaat dan om vragen als:

  • Wat beteken ik voor anderen?
  • Wat laat ik na, als ik er niet meer ben?
  • Wat wil ik (nog) doen in mijn leven?
  • Ben ik in verbinding met anderen en hoe vul ik dat in?
  • Wat inspireert mij?
  • Hoe ga ik om met verlies en verdriet?

Nadenken over zingeving is vaak verbonden aan het ervaren van een verlies: verlies van een naaste, van gezondheid, van werk, van woonomgeving. Verlies leidt er toe dat je stil staat bij hoe je leven er zonder het verlorene uit zal zien. Waar sta je voor op, wat geeft je leven zin?

Ouderen verliezen veel. Ouderen die zorg nodig hebben, verliezen een deel van hun zelfstandigheid, gezondheid, mogelijkheden om voor zichzelf te zorgen. Hoeveel aandacht is er voor hun verhalen, gevoelens en gedachtes? ‘Ik hoop dat ik morgen niet meer wakker word’ of ‘wat moet ik hier nog?’ Het zijn uitspraken van ouderen die aanknopingspunten bieden om in gesprek te gaan. Maar hoe doe je dat?

Innerlijke ruimte
Als je hoofd vol zit met zorgen, lijstjes, acties en dergelijke, dan is er weinig ruimte om aandacht te geven aan anderen. Juist échte aandacht, volle aandacht kunnen geven, maakt het verschil tussen een goede en een minder goede zorgverlener. Met échte aandacht luister je intenser, kijk je beter, ben je opener en milder en houdt je beter rekening met wie de ander is. Het betekent dat je ‘present’ bent. Daardoor kun je aanvoelen wat die ander nodig heeft: een luisterend oor, een troostend woord, een arm om de schouder.

Aandacht voor zingeving kun je leren
Hoe worden zorgverleners toegerust om aandacht te hebben voor de behoefte van hun cliënten of bewoners om te praten over zingeving of zingevend bezig te zijn? Aandacht hebben voor zingeving, voor levensvragen, dat kun je leren. Allereerst door jezelf beter te leren kennen. Hoe sta jij in het leven? Wat zijn jouw normen en waarden? Hoe beïnvloedt dat je werk en de manier waarop je omgaat met anderen? En welke vragen kun je stellen aan anderen? Welke signalen kun je oppikken en hoe reageer je dan?

Mogelijke vragen om zelf het gesprek te openen (als je daar de ruimte voor voelt): ‘Hoe kijkt u terug op uw leven?’, ‘Met wie voelt u zich verbonden?’, ‘Kunt u iets vertellen over de ringen die u draagt?’, ‘Hoe was het om …  (te trouwen, kinderen te krijgen, te verhuizen, etc)? ‘Waar put u kracht uit?‘.

Voor mensen met dementie  wordt het moeilijk(er) om zelf zin te geven aan het leven, bijvoorbeeld omdat initiatief nemen niet meer lukt. Als naaste of zorgverlener kun je daarbij helpen. Als praten niet meer (zo goed) gaat – is het belangrijk om aan te sluiten bij het gevoel. Wat zie je? Hoe voelt iemand zich? Is iemand verdrietig, blij, boos? En kun je dat benoemen en vragen of het klopt? En hoe kun je mensen (met dementie) het gevoel te geven dat ze belangrijk zijn voor jou. ‘Ik word zo blij als ik u zie glimlachen!’ ‘Ik vind het zo fijn om u te zien genieten van het eten’. ‘U maakt mij blij’. Zo simpel kan het zijn.


Over de auteur

Sorry

De versie van de browser die je gebruikt is verouderd en wordt niet ondersteund.
Upgrade je browser om de website optimaal te gebruiken.