Het gevoel voortdurend te tekort te schieten
Er is een armoede die onze tijd kenmerkt. Die armoede bestaat erin dat mensen voortdurend het gevoel hebben te kort te schieten. Een zuster uit een verpleeghuis in Nederland gebruikte dit zinnetje, maar het is op een bepaalde manier een profetisch zinnetje dat uitspreekt dat veel mensen zich voortdurend schuldig voelen.
Waarin schieten mensen dan tekort? De zuster uit het verpleeghuis ervaart het tekortschieten hierdoor, dat zij te weinig aandacht aan de mensen kan geven; Door gebrek aan menskracht, door te veel administratie, door toenemende agressie en gecompliceerde zorgvraag bij de mensen die aan haar zijn toevertrouwd en door gebrek aan toerusting.
Andere mensen voelen zich ook voortdurend te kort schieten: Zij beantwoorden niet aan het beeld dat anderen van hen hebben. Zij zijn ontevreden met hun uiterlijk omdat het niet beantwoordt aan het schoonheidsideaal dat deze tijd hen voorhoudt of oplegt. Weer anderen willen niet onderdoen voor anderen als het gaat om huis, werk, kennis of macht.
Dit voortdurende gevoel te kort te schieten heeft een negatieve en een positieve kant: Negatief gezien brengt het een klaagcultuur op gang waarbij mensen nooit tevreden zijn met wie zij zijn, hoe zij handelen, en wat zij van zichzelf en anderen vinden. Meestal wordt dit negatieve zelfbeeld op anderen afgeschoven en geprojecteerd: zij, de anderen, hebben het gedaan.
Een positiever gevolg van dit gevoel te kort te schieten kan creativiteit zijn: hoe lossen we iets op? Hoe werken we beter samen? Ik hoef me niet te meten met anderen, ik ben goed genoeg.
Het midden houden is de kunst. Soms moet je kiezen. Kiezen voor het goede. Dat kiezen is nog niet eenvoudig. Want wat doe je wanneer je het gevoel hebt voortdurend te kort te schieten? In je werk, of in de opvoeding van je kinderen, of bij het vervullen van de verwachtingen van anderen? Wat doe je wanneer je eigen verwachtingen en eisen te hoog zijn? Wat doe je wanneer je eigenlijk méér zou kunnen, maar je in de diepte de stem van de luiheid, egoïsme, jaloezie, kwaadheid of van het valse schuldgevoel hoort?
Wanneer staan wij op?
Wanneer kiezen wij voor onze kracht?
Wanneer roepen wij op tot verandering?
Soms is verzet gerechtvaardigd en soms is het noodzakelijk zelf innerlijk op te staan, zodat je weer ziet hoeveel kracht je zelf hebt om wat je veranderd wil zien, eerst in je eigen bestaan te veranderen en het te (be-)leven.
Misschien moeten we daarvoor eerst naar binnen. Naar de stilte van ons hart, daar waar de ruimte is waarin de innerlijke stem (het geweten) tot ons spreekt. Misschien is het nodig eerst alle stemmen die ons verwarren, onmacht en schuldgevoel brengen, tot zwijgen te manen en hen niet langer meer de macht over ons leven en handelen te geven.
Zoals Thomas Carlyle het uitdrukt: “Stilte is het element, waarin alle grote dingen zich verwezenlijken”