De Brein Psychose, of het lijden, de mens en de liefde

Er is geen “oplossing” voor menselijk lijden. Ik ben geen wetenschapper, geen arts en geen filosoof. Ik probeer heel voorzichtig te zijn in het beoordelen van menselijk lijden van anderen, want ik ken hun lijden niet zelf. Elk lijden is er één en wat mij betreft één te veel. Wat lijden ten diepste bij mensen losmaakt weet ik ook niet precies. Ik kan vanuit mijn positie proberen mee in te voelen wat lijden betekent, of welke betekenis mensen geven aan het lijden dat hen overkomt of hun wordt aangedaan. Ik begrijp de heel menselijke kreet: Waarom overkomt mij dit? Waaraan heb ik dit verdiend. Alsof er een “instantie” zou zijn, die dit allemaal regelt, en alsof mensen per definitie schuldig zijn wanneer hun iets overkomt. Maar misschien zijn wij soms ook niet per se onschuldig…

Ik sprak een goede vriend. Gewelddadig overvallen. Persoonlijk lijden, maar ook diepe impact op zijn gezin. Hij zou de overvaller wel willen slaan. Maar slaan levert niets op: de geslagen man is een held, in mijn ogen. Ik zou slaan.

Ik zie de mensen in Syrië, in kapot geschoten steden, mensen zonder enige hoop op verbetering van de situatie. Geen wonder dat ze het lijden vluchten: ik zou het ook doen.

In het Nederlandse debat over de kracht van het brein en in de internationale onderzoeken naar de mogelijkheden van het brein worden aan het brein grootse mogelijkheden toegedicht. Het breinonderzoek staat nog maar aan het begin van de ontwikkeling van nieuwe methodieken om ernstige ziekten uit te bannen: Alzheimer, Parkinson, Dementie, ALS. Allerlei ziekten zullen worden genezen, lijden uitgebannen.

Aristoteles zei al dat alles wat “in potentie” bestaat ook “tot bestaan” zal komen. Dat geldt waarschijnlijk ook voor de mogelijkheden (potenties) van het brein.

Maar volgens mijn bescheiden opvatting gaat lijden verder dan breinfuncties. Lijden heeft iets te maken met wat in de bijbel: “het hart” wordt genoemd: de hele mens, de mens in zijn gehele existentie. Lijden omvat meer dan een aantal breinfuncties, in mijn beleving. Het is de waarneming van een complex geheel van factoren die een mens belemmeren in de ervaring van “volmaakt geluk”.

Thomas van Aquino heeft ooit geschreven: “Primum quod cadit in intellectu est ens”: het eerste dat binnenkomt in het intellect (het abstraherend vermogen van het brein/bewustzijn) is het “zijnde”. Je zou misschien wel kunnen zeggen: dat wat is, komt het eerst binnen in het brein. De levenspijn door ziekte is er al voordat de breinreceptoren deze waarnemen, de levenspijn, het lijden komt binnen, ontvouwt zich. De manier waarop mensen met het lijden omgaan is niet louter een fysiek gebeuren, in mijn opvatting, maar een samenspel van persoonlijkheid, karakterontwikkeling, spirituele draagkracht en geestelijke volwassenheid. Zelfs kinderen kunnen hierin meesters zijn.

Sommige mensen die getroffen worden door zeer ernstig lijden hebben laten zien dat het lijden hun leven niet naar de hel brengt, maar juist heeft gemotiveerd tot voller leven: ik denk aan de sporter zonder armen en benen Nick Vujicic, ik denk aan de Zwitserse spastische filosoof Alexandre Jollien, aan de Amerikaanse depressieve en homoseksuele schrijver en filosoof Andrew Solomon. Grote namen, die wegen hebben gevonden om het lijden dat hen overkwam of hen werd aangedaan te transformeren tot iets nieuws.

Dat kan de werking van het brein zijn, het kan “in de genen zitten”, maar ik geloof werkelijk dat het ook te maken heeft met de wijze waarop mensen zichzelf niet louter definiëren als “lijdende” mens, maar als méér dan het lijden of de pijn. De psychologie zal het mogelijk sublimering noemen, ik noem het: levenskracht, levensmoed, het hernemen van de regie en autonomie over je leven: dat is: krachtige persoonlijkheid.

De breindiscussie die gevoerd wordt stelt dat alles uit ons brein voortkomt, dat onze hele “zijn” zetelt in ons brein – zoals laatst nog werd verkondigd in een spotje van de Hersenstichting.  Begrijp me goed: ik ben ervoor het leven niet als lijden te zien. Ik ben ervoor wanneer ziektes – ook breinziekten – worden uitgebannen, bestreden of verlicht. Maar het is mij wat te gemakkelijk alles terug te voeren tot (de werking van) het brein, net zoals het mij vooralsnog te gemakkelijk is alles terug te voeren op menselijke genen, laat staat het “menselijke zijn” te reduceren tot een activiteit van het brein.

De mens staat in een relationele context en ook bij ziektes en lijden is het volgens mij zo dat relationele aspecten een rol spelen. De wijze waarop wij reageren op lijden is niet louter gedetermineerd of “voorbestemd” door ons brein, maar wordt ook sterk beïnvloed door onze relationele omgeving.

De geestelijk/ spirituele/ levensbeschouwelijke context die mensen gaande houdt, dan wel belemmert, is minstens van evenzeer van belang. En in het geheel van opvattingen dat wij aanleren of zelf opnemen tijdens ons leven ligt minstens zoveel vermogen om het lijden aan te zien.

De liefde – uit onszelf en voor onszelf – en de liefde van anderen – zonder opdringerigheid of plakkerigheid – kan mensen optillen boven zichzelf, zoals de vele soldaten hebben laten zien die hun leven hebben opgeofferd voor de vrijheid van anderen. Of ik denk aan mensen als Diettrich Bonhoeffer, die zich in de donkerste uren in de krijgsgevangenis vlak voor zijn sterven, “von guten Mächten umgeben” wist, net als Nelson Mandela in zijn gevangenschap.

Deze voorbeelden laten zien dat het te eenvoudig is om ziekte, lijden, levenspijn simpelweg te reduceren tot “zieke” breinfuncties, die wij zouden kunnen “repareren” dan wel louter op materiële wijze behandelen.

In deze zin vind ik de hele breindiscussie tussen de wetenschappers van deze tijd super interessant: ik ben benieuwd hoeveel Babylonische spraakverwarring deze zal opleveren in het maatschappelijk debat. Ik ben ook benieuwd naar de uitkomsten van het moderne breinonderzoek, want ik hoop natuurlijk ook zeker op verbetering van de levenskwaliteit van door breinziekte getroffen mensen.

En toch: ik hoop dat het geen Breinpsychose is die de wereld overspoelt: dat het geen wetenschappelijk-intellectuele “bubbel” is, die voorbijgaat aan het simpele feit dat er in de wereld altijd lijden is geweest en dat de éne ziekte nog niet is overwonnen – zoals de pest – en een nieuwe diende zich alweer aan, zoals ZIKA of HIV. De strijd is niet gestreden en zal blijven voortgaan.

Mijn vraag is: zijn we met ons brein in staat de grote en kleine conflicten op te lossen? Dan geloof ik er in dat we in staat zijn de wereld en het lijden te veranderen. Dan zal ik geloven in de potenties van het menselijk brein.


Over de auteur

Sorry

De versie van de browser die je gebruikt is verouderd en wordt niet ondersteund.
Upgrade je browser om de website optimaal te gebruiken.