Blik op de ouderenzorg: een internationaal perspectief
Reizend langs de suikerrietvelden, langs witte stranden met blauwe zee in Cuba, betrap ik mijzelf erop dat ik me afvraag hoe de ouderenzorg eigenlijk geregeld is in dit land?
Het feit dat deze vraag tijdens mijn vakantie in mij opkomt, zal wel komen door mijn eigen achtergrond. Ik ben een net afgestudeerde psycholoog en heb de afgelopen twee jaar mijn tijd gebruikt om mijn kennis en ervaring op het gebied van ouderenzorg en dementiezorg in Nederland te verbreden en te verdiepen. Dit heb ik gedaan door mee te werken aan diverse onderzoeken over dit onderwerp, mij bezig te houden met het onderwijs op het gebied van ouderenpsychologie en door als psycholoog in een verpleeghuis te werken. Het is ook echt mijn interessegebied, mijn passie. De grote vraag die mij tijdens mijn dagelijks werk bezig houdt, is: op wat voor manier kunnen de ouderen in onze samenleving, al dan niet met een beperking of een ziekte als dementie, in hun latere levensfase, het leven leiden zoals zij dat willen, met welke eventuele ondersteuning en met als resultaat een zo goed mogelijk welbevinden en zo hoog mogelijke kwaliteit van leven.
Zittend in onze huurauto, rijdend langs uitgestrekte landbouwvelden, zie ik buiten een oude man van een jaar of 75 op een houten kar zitten met twee reusachtige ossen die de kar voorttrekken. Het is buiten ongeveer 35 graden en de zon schijnt fel op hem. Verderop zie ik een stenen huisje, het ziet er piepklein uit, met een groentetuin erbij. Zou dit zijn huis zijn? Woont hij alleen? Pas kilometers verderop zie ik het eerstvolgende huis.
Tijdens onze reis door het land, die nu al ruim twee weken duurt, heb ik een aantal dingen geleerd over de cultuur. Het meeste leer ik door het lezen van boeken, omdat de bevolking zelf niets zegt of durft te zeggen over hoe het voor hen is om in Cuba te wonen. Fidel Castro is inmiddels zelf een ‘oudere’ en zijn broer Raul heeft het presidentschap van hem overgenomen. Hierdoor is een aantal dingen in het land veranderd, versoepeld, maar het is nog steeds een communistisch land. En vanuit deze ideologie is besloten dat er voor iedere inwoner van Cuba gratis gezondheidszorg verzorgd wordt. Ook wordt er verwacht dat men voor elkaar zorgt, familie is de meest belangrijke hoeksteen van de samenleving. Het is dan ook geen uitzondering dat ouders op latere leeftijd bij hun kinderen inwonen en dat de kinderen voor hun ouders zorgen in deze levensfase. Wanneer er geen familie is om deze ouderen op te vangen, komen ze terecht in een bejaardenhuis, maar deze zijn schaars in Cuba. Zij kunnen dan deelnemen aan de activiteitenprogramma’s die er vanuit de overheid worden georganiseerd (o.a. sporten, zie afbeelding).
In Nederland was dit vroeger ook ‘normaal’, maar de individualisering in de samenleving is steeds meer toegenomen de laatste jaren. Het doet me denken aan de ontwikkelingen in onze westerse, Nederlandse samenleving op het gebied van de ouderen- en dementiezorg. Ouderen worden nu gestimuleerd om, en willen vaak zelf ook, steeds langer thuis te wonen. Dit met zo veel mogelijk ondersteuning van het informele netwerk en zo lang mogelijk zo min mogelijk professionele hulp. Het lijkt erop alsof we steeds meer terug gaan naar de oude situatie, zoals die nog steeds is in Cuba.
Soms vraag ik mij af of wij het nog wel kunnen, het zorgen voor onze ouders, voor onze grootouders. Vaak hebben wij het (te) druk met onze ‘eigen levens’. En hoe moet dat dan met de nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen? Krijgen de mensen die langer thuis wonen wel de zorg en hulp die zij nodig hebben? Hoe kunnen we de nieuwe situatie het best inrichten? Wat voor rol hebben wij als hulpverleners? Hoe zorgen we dat de informele verzorgers, of mantelzorgers, het blijven volhouden? Met deze vragen houd ik me bezig in mijn dagelijks werk en hopelijk kunnen we door middel van onderzoek steeds betere antwoorden geven op deze vragen.
Wat is mijn werk toch razend interessant! Maar nu rest mij eerst nog een week vakantie, genietend van de verschillen in de cultuur en het landschap in vergelijking met ons eigen land, maar stiekem toch ook verlangend naar mijn eigen vertrouwde thuis.