Betaalbare zorg… niet persé een definitie van goed
Dementie gaat in grote mate over vergeten. Je vergeet spullen, plaatsen, gedachten, woorden, namen, mensen, jezelf… Heel vaak is dit vergeten een lange en pijnlijke geschiedenis, zowel voor degene die lijdt aan dementie als voor degenen die om de persoon met dementie heen staan.
Vergeten heeft een slechte pers: wie te veel vergeet kan niet meer goed functioneren, raakt vervreemd van zichzelf en de anderen. Soms is gevoel het enige dat blijft en komt dit ongenuanceerd en ongeremd aan het licht. Omstanders weten vaak maar nauwelijks hoe ze hiermee om kunnen gaan. Zelfs in professionele kringen bemerk ik soms, naast een grote liefde voor mensen die aan deze ziekte lijden, ook angst, weerstand en vormen van medelijden die soms het professionele handelen in de weg staan. Dan staan verzorgers te dicht bij en zijn ze te betrokken. Maar helaas zie je soms ook het tegenovergestelde: bewoners van een verpleeghuis die alleen sterven, die niemand hebben om zich aan toe te vertrouwen met hun angsten, rouw en verlieservaring.
Wanneer demente ouderen ‘s avonds ontredderd rondlopen omdat er te weinig zorg is, gaat mij dat aan het hart. Meer nog nu binnen de ouderenzorg keuzes lijken te worden gemaakt die gericht zijn op het ‘verhogen van de kwaliteit’, terwijl de kwantiteit van medewerkers voortdurend onder druk blijft staan. Er wordt door politici en beleidsmakers geroepen dat de zorg ‘betaalbaar’ moet blijven. Maar wát moet betaalbaar blijven?
De ouderen die dementeren hebben soms niets anders nodig dan een schouder om te huilen, een oor dat luistert naar het meest onsamenhangende verhaal. Tegelijkertijd zijn mensen nodig die de demente ouderen in al hun kwetsbaarheid serieus blijft nemen als menselijke persoon.
Zeker, goede zorg is noodzakelijk en basiszorg moet worden gegeven. De technische bewoordingen die telkens worden gekozen zeggen volgens mij iets over de wijze waarop mensen naar de dementerende medemens kijken: we moeten zorg inkopen, leveren, en het moet betaalbaar blijven, de kosten mogen de baten niet schaden, er moet een verhouding blijven tussen het bedrijfsresultaat en wat we kunnen aanbieden. Vooral: we moeten voldoen aan de kwaliteitsnormen en hiervoor op de bres gaan staan.
Maar wat is ‘goed’ in de zorg voor dementerenden? Is dat economisch goed, materieel goed, bedrijfsmatig goed, of is het menselijk goed? Om van moreel ‘goed’ nog maar te zwijgen…
Hoogleraar Ethiek Paul van Tongeren betoogde kort geleden in Trouw dat alles wat niet in geld uit te drukken is uiteindelijk verdwijnt. Goede, liefdevolle zorg, aandacht voor mensen, tijd voor een praatje en tijd om goed te luisteren, het is allemaal moeilijk in geld uit te drukken. Of de marketeers van deze tijd zullen misschien wel een nieuwe term uitvinden: ‘meaningting’ als alternatief voor marketing. Wanneer betekenis en zingeving, liefdevolle aandacht ook al op de markt worden gebracht en geld moet gaan opbrengen voor organisaties, waar blijft dan de echte humane menselijkheid? Misschien gaat het bij de verschrikkelijke ziekte dementie wel niet alleen om het lijden van mensen, maar ook om wat wij ‘gezonden’ niet mogen vergeten: dat wij mensen zijn, die andere mensen altijd nodig hebben, koste het wat het kost.
Maar ik houd mijn hart vast.